Leuk dat u hier bent
In oktober 2008 is Voorbij Mels uitgekomen. 'Licht literair, edgy, spannend en ontroerend,' zegt de uitgever dan. Op deze blog vindt u verhaal-fragmenten, cliffhangers, bloopers en wat onzin uit mijn dagelijkse leven. Het debutantenpad gaat niet altijd over rozen.

dinsdag 26 mei 2009

Oh yeah!

Haa, ik krijg net een mailtje: de Flair van deze week schrijft dat Voorbij Mels het ultieme vakantieboek is. Me so happy. Want weet u, het klinkt wat bizar, maar dat wilde ik dus: een vakantieboek schrijven. Zo'n boek dat je niet weglegt, dat je opzuigt, tien uur vliegen naar Timboektoe, een nacht in de trein naar Rome, op de stretcher in good old Bakkum. Een beetje boek doet al gauw een onsje of vier in den koffer, dus ach en wee, laat dat halve pak suiker dan niet voor niks meeslepen. Dus zegt het voort, volgt het advies van de Flair: zonnebrand, een werelstekker en Voorbij Mels in uw uw rugzak.
Wilt u vanaf uw vakantiestek nog een digitale kaart versturen, dan adviseer ik u deze natuurlijk van harte aan.

maandag 25 mei 2009

Scharreleieren


Van de RoXY stap ik hier vandaag over op de kleine koters. Dat doen oudRoXY-gangers deze jaren namelijk veelvuldig, met z'n allen hebben we daar best wel de leeftijd voor, zeg maar. Maakt u zich geen zorgen, geen verhalen hier over eventuele briljante uitspraken van mijn oogappels, deze keer een stuk over kinderen in de stad.

Al eerder schreef ik hier over de crèche van de jongste waar sinds anderhalve maand een ophokplicht geldt. Vanwege klachten van de buren mogen de kinderen nog maar twee uur per dag de tuin van de crèche in. Per uur mag dan ook maar de helft van de peuters naar buiten. U begrijpt, als ik ooit zo'n klager tussen de schappen van de buurtsuper met een hortje scharreleieren betrap, dan zwaait er wat.
Vorige week heeft wethouder Marijke Vos gelukkig gezegd dat het stadsdeel deze beperking niet mag opleggen, volgens haar is deze restrictie in strijd met de regels. Wordt vervolgd, we wachten af. Overigens zitten de kinderen ondertussen niet de hele dag binnen. In bolderkarren vol met boterhammen, luiers en diksap trekken zij met hun leidsters naar de speeltuinen. Niettemin, handig is dat niet, kinderen moeten plassen en slapen, die voorzieningen heb je niet in zo'n park.

Wij hebben aardige buren. Maar nu hebben ook zij last van mijn schommelend en lawaaiend grut in onze tuin. Damn, wat vind ik dit een lastig probleem. Want ook al zijn mijn kinderen -al zeg ik zelf- aardig opgevoed, ze zijn niet heilig. Ik zeg ook niet dat het geluid van spelende kinderen een genot voor het oor is of zoiets. (Ik bedoel, voor mij is het dat natuurlijk wel. Iedere minuut dat ze elkaar niet de hersenen inslaan, ben ik zen en blij. Dan hoor ik ze niet eens. Of soms wel, en dan hoor ik hele vreemde verhalen. Dan doen ze vechtertje (ik heb jongens) en dan zijn ze allebei Buzz Lightyear, met ufo's en zo, en dan roept de een dat zijn ufo een straaljager wordt, ja, roept het vriendje dan nog harder, en die andere is mars, en dan gaan we dood want in het heelal kun je niet ademen, ja, en daarna worden we weer levend, echt, er is geen touw aan vast te knopen, had ik maar zoveel fantasie.)
Maar in zo'n belendende binnentuin klinken die Buzz Lightyears minder gezellig. En weet u, dat snap ik. Echt. Zeker als jezelf geen Lightyears rond hebt lopen. Maar verdorie, hoe los ik het op? Want ingrijpen als Buzz en Buzz gillen en ruziemaken, dat doe ik. Maar wat als de Lightyears aan het spelen zijn, nogal wild, door al dat testosteron in die kleine lijfjes? (Ach en wee, wat als ik meiskes had, zo zoet, zo roze, lekker tekenen.)
Hele boeken worden er volgeschreven over dat jongens in het huidige vrouwelijke onderwijs door al die juffen teveel belet worden in hun wilde spel. Maar ga ik nu toch ook maar roepen: jongens, naar binnen, Playmobiltijd? Van nu af aan misschien wel.

'De stad is niet voor kinderen', zeggen mensen van buiten wel eens. Maar hier zijn juist kindertheaters, kindermusea en de dierentuin om de hoek. Als het hier op zondag regent, zoeken we een kindervoorstelling uit en zitten we even later in de Krakeling. Er zijn parken en speeltuinen waar bijna altijd vriendjes zijn. Geen auto nodig om voortdurend grut te halen en brengen, maar overal samen op de fiets naar toe.
Ik hou van die stad, die verschillende mensen, de zon op het water in de grachten, de bootjes, de reuring. Ik klaag niet over auto's, niet over geboor en gedril, zelfs niet als ik overdag moet slapen omdat ik zwanger ben als een amechtige olifant. Of over bovenburen die me jarenlang wakker maken omdat zij zo vroeg opstaan. So be it, in een oud huis in een binnenstad kun je zoiets verwachten. Vijftien miljoen mensen enzo.
Anyway, zoals gezegd, ik snap het, niet iedereen zit op Buzz Lightyears te wachten. Maar damn, dit is lastig. Zeker voor zo'n verdomde peoplepleaser als ik.

donderdag 14 mei 2009

High and mighty waren we op Singel 465


'Verdomme, Mirei, de RoXY staat in brand.'
'Wat?'
'Brand, in de RoXY.'
'Zit je nog binnen?'
Hij was lastig te verstaan, boven mijn huis klonk een aanhoudend lawaai van helikopters. Maar ik maakte me geen zorgen, want brand in de RoXY; dat kwam wel vaker voor. Dak er af, burning down da house, dat werk.
'Nee, godverdomme! De vlammen slaan hier uit het dak.'
Er volgden gekke dagen. Mensen die die avond in de RoXY waren geweest, konden niet naar huis omdat hun jassen met huissleutels in de garderobe hadden gehangen. Bivakkeren bij vrienden dan maar, totdat de politie de boel vrijgaf. We spraken over niks anders; hoe moest dat nu, zonder RoXY? 'Moet ik nu dan verdomme maar trouwen en baren?' vroeg een vriendin.
Het leek alsof er iemand was overleden, de almachtige vriendin, de courtisane, de formidabele en zalige hoer van de stad, die ons altijd had verwelkomd in haar kolossale, magische boudoir met het rode pluche.
Bij de RoXY was er nooit een morgen geweest, we dansten, zopen en hoerden en snoerden er alsof het het einde der tijden daar was. Je was met de bankdirecteur, de dichter en de loodgieter, want hier maakte het geen bal uit wie je op maandag was. Alleen dit begrijpen, het collectief samenzijn van tolerante zielen die met z'n allen een doel hadden: over the edge. En daarom deelden we sigaretten, joints, drank en weet ik veel wat met volslagen onbekenden. En ja, natuurlijk waren er die pillen; de ecstacy onlosmakelijk verbonden met de opkomst van de housescène. Maar het was meer. Zelfs als je nuchter binnenkwam, voelde je het tot diep in je lijf. Je jas bij de garderobe. Beneden hoorde je de beats al, maar dan klaar om die trap op te gaan. Iedere traptrede naar boven het geluid warmer en voller, de akoestiek fenomenaal. 'Sisters, brothers, we'll take you to the promised land.' De ene avond RoXY als een gigantische flipperkast, de volgende avond op het podium de Heilige Maria die de hele avond opnieuw naar het dak verrees. Kunst, geestverruiming en dreunende beats, in het heiligdom van Sodom en Gomorrah.

De volgende dag fietste ik naar het Singel. De stank van geblust vuur, hekken om de RoXY, bossen bloemen voor de deur. De grote Perzische tapijten die aan de muur langs de dansvloer hingen, vreemd naakt zichtbaar vanaf de straat. Het materiaal zo geimpregneerd dat het nooit zou branden. Een meisje huilde.

Het is tien jaar later. Er zijn nog steeds mooie feesten in Amsterdam, maar de RoXY kwam niet meer terug. Daar aan het Singel, waar we ooit hoerden en snoerden, verkopen ze nu saaie mannenkleding. De winkel heet High & Mighty, wat ik best een oké naam vind, want high & mighty waren we er.
Zaterdagochtend om 9 uur moeten we er naar toe. Om kaarten te kopen voor hét RoXYfeest: Brand in Mokum, 20 en 21 juni in Paradiso. Met dank aan Joost van Bellen en Meubelstukken, for keep the fire burning. Alleen kut dat die kaartverkoop weer zo'n gehannes is.

PS. De foto komt uit de RoXYfoto-collectie van Dennis Bouman op Flickr. Kijk ook hier voor de fotoexpositie over de RoXY van Cleo Campert in Lux Photo Gallery.

NASCHRIFT: En nee hoor, de kaartverkoop was prima. Het was zowaar verdomd gezellig daar om 8 uur 's ochtends op het Singel. De oude portiers weer opgetrommeld. En Dick, de oude RoXYdirecteur, stond kaarten te verkopen. Mooi gaat het worden.